ToelichtingArtikel 71-11-2014: Met deze wijziging zijn in artikel 7 in de eerste plaats enige wetstechnische wijzigingen aangebracht die samenhangen met de wijzigingen in artikel 2, onderdeel 3, van bijlage II bij het Bor. Daarnaast is een lid toegevoegd waarin uitwerking is gegeven aan de motie Bisschop en Van Veldhoven (Kamerstukken II 2013/14, 32 127, nr. 196), waarin is verzocht, om ten opzichte van het in het kader van de voorhangprocedure gepubliceerde ontwerp van dit besluit, de mogelijkheden voor het creëren van mantelzorgwoningen in het buitengebied te verruimen. In de motie is aangegeven om bij de uitwerking in ieder geval de afstand tot het hoofdgebouw, de hoogte van het bouwwerk en de eisen met betrekking tot het dak te betrekken. Onder meer in samenspraak met leveranciers van mobiele mantelzorgvoorzieningen is vastgesteld dat de randvoorwaarden met betrekking tot dakvorm, hoogte en afstand tot het hoofdgebouw, zoals die worden gesteld aan vergunningvrije bijbehorende bouwwerken in artikel 2, onderdeel 3, van de bijlage, niet belemmerend zijn voor het kunnen plaatsen van mantelzorgvoorzieningen. Deze randvoorwaarden zijn juist gesteld om ruimtelijke kwaliteit te kunnen waarborgen. In het buitengebied, op percelen waar in de regel al de nodige oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, zal vooral die aanwezige oppervlakte de mogelijkheden beperken voor het vergunningvrij kunnen toevoegen van een mantelzorgvoorziening. Om daar op in te spelen is, met de toevoeging van het tweede lid van artikel 7, geregeld dat artikel 2, onderdeel 3, onder f, buiten toepassing blijft voor een geheel of in delen verplaatsbare mantelzorgvoorziening. Het buiten toepassing blijven van het genoemde onderdeel leidt ertoe dat er voor het in het achtererfgebied plaatsen van een verplaatsbare mantelzorgvoorziening in het geheel geen randvoorwaarde geldt met betrekking tot de toelaatbare bebouwingsoppervlakte. Ook een al aanwezige geheel of in delen verplaatsbare mantelzorgvoorziening, blijft buiten beschouwing voor de toepassing van artikel 2, onderdeel 3, onder f, bij de vraag of nog een ander bijbehorend bouwwerk in het achtererfgebied kan worden gebouwd. Als voorwaarde geldt wel dat het gaat om een bijbehorend bouwwerk dat geheel of in delen kan worden verplaatst (woonunit, woonwagen of andersoortig verplaatsbaar gebouw), de oppervlakte van het bouwwerk niet meer bedraagt dan 100 m2 en het gaat om een perceel buiten de bebouwde kom. Vanwege de definiëring van «huisvesting in verband met mantelzorg» kan een hier bedoelde verplaatsbare mantelzorgvoorziening alleen worden geplaatst bij een (dienst)woning en slechts bewoond worden door één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning. ———- 1-10-2010: Artikel 7 is opgenomen om de handhaafbaarheid van de in artikel 2, onderdeel 3, onder b, onderdeel 4°, opgenomen randvoorwaarde voldoende te verzekeren. Verwezen wordt verder naar de toelichting bij genoemd artikel onderdeel, waar ook artikel 7 reeds nader is toegelicht. VragenWat wordt bedoeld met "functioneel verbonden met" in verband met het vergunningvrij bouwen van een bijbehorend bouwwerk (aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen)? Het begrip ‘functioneel verbonden met’ is in de plaats gekomen van ‘ter vergroting van het woongenot’. Dit was noodzakelijk omdat met het vergunningvrij bouwen volgens het Besluit omgevingsrecht ook is toegestaan bijbehorende bouwwerken bij niet woningen te bouwen. Functioneel verbonden zijn met houdt in dat het gebruik van het bijbehorende bouwwerk in planologisch opzicht gerelateerd moet zijn aan het gebruik van het hoofdgebouw. In de verdere toelichting gaan wij in op woningen, echter hetzelfde gaat op voor overige hoofdgebouwen. Op basis van de voorwaarde ‘functioneel verbonden met’ mag in het bijbehorend bouwwerk geen gebruik worden gerealiseerd dat zich niet verhoudt met de geldende bestemming. Activiteiten die normaliter zijn toegestaan binnen bijvoorbeeld een bestemming 'woondoeleinden' zijn ook toegestaan binnen deze bouwwerken. De jurisprudentie die (in het verleden) is ontwikkeld over de vraag welke gebruiksactiviteiten zijn toegestaan binnen een woonbestemming kan dus richtinggevend zijn bij de uitleg van het begrip 'vergroten van het woongenot'. Ook de toelichting op het de definitie van ‘bijbehorend bouwwerk’ in het Besluit omgevingsrecht (Bor) helpt hierbij. Door VROM helpdesk
|